Neil Armstrong, de voormalige Amerikaanse astronaut en de eerste mens die voet zette op de maan, is overleden. Armstrong was in juli 1969 de bevelhebber van de Amerikaanse ruimtemissie Apollo 11.
Hij is zaterdag overleden aan de gevolgen van een hartoperatie. Armstrong was 82.
Armstrong was 39 toen hij geschiedenis maakte. Hij had al ervaring als ingenieur en gevechtspiloot in de Koreaanse oorlog.
Armstrong maakte slechts twee ruimtevluchten, maar het waren telkens wel bewogen avonturen. In 1966 was hij de bevelhebber van de Gemini-8 (links) die als eerste bemande ruimtetuig werd vastgekoppeld aan een onbemande Agena-raket. Dat was een primeur, maar wel een noodzakelijke voorbereiding voor de latere maanvluchten.
In juli 1969 werd Armstrong samen met Edwin Aldrin en Michael Collins gelanceerd in de Apollo-11. Enkele dagen later landde hij samen met Aldrin in de maandlander "Eagle" als eerste op de maan. Collins moest in de moedercabine blijven die rond de maan bleef cirkelen.
De maanlanding op 21 juli 1969 werd wereldwijd door miljoenen mensen live gevolgd op de televisie. Toen hij het trapje naar het maanoppervlak afdaalde, sprak Armstrong de historische woorden: "This is a small step for man but a giant leap for mankind." De missie maakte de belofte waar van de inmiddels overleden president John Kennedy om nog voor 1970 een man op de maan te brengen.
Na de historische vlucht werkte Armstrong nog een tijdje voor de NASA. Nadien startte hij een academische carrière als hoogleraar ruimtetechniek aan de universiteit van Cincinnati. Hij leidde ook een vrij teruggetrokken leven en woonde op een boerderij in Ohio. Naar hem is wel een krater genoemd op slechts 50 kilometer van de landingsplaats van Apollo-11 op de maan.
Neil Armstrong onderging drie weken geleden een openhartoperatie. Hij was net daarvoor 82 geworden.
(nasa - foto)